Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Insgelijks brak hij de opgerichte beelden, en roeide de bossen uit; en hij vervulde hun plaats met [46]mensenbeenderen. 46. Die hij uit de graven der afgodendienaars liet halen, om daarmede de afgodische plaatsen te verontreinigen en afschuwelijk te maken. Vergelijk onder, vs.16,20; idem, Ezech.6:5.